Veranderende vestingstad
Het begin van de vesting
Omstreeks 1371 laat Willem van Naaldwijk, baljuw van Rijnland en Woerden, de eerste stadsgracht, versterkt met houten pallisaden, om Woerden aanleggen. De gracht heeft de vorm van de nog steeds zichtbare vijfhoek. Deze versterking van Woerden is dan nodig vanwege de oplopende spanningen tussen het Sticht (Utrecht) en Holland. Woerden ligt precies op de grens van beide gebieden maar hoort bij Holland.
Een paar jaar later is men alweer bezig om de gracht verder te versterken. Aan het begin van de 15e eeuw komt er ook een stenen kasteel – het huidige Kasteel van Woerden. Dat ligt aan de oostkant van de stad omdat de vijand (Utrecht) van die kant kan komen. Later in die eeuw worden de houten pallisaden vervangen door stenen stadsmuren en stadswallen. Vier poorten geven toegang tot de stad. Daar is nu helaas niets meer van te zien. In de tweede helft van de negentiende eeuw worden de laatste twee gesloopt.
Aanpassingen, uitbreidingen en teloorgang
In 1568 komen de Nederlanden in opstand tegen de Koning van Spanje en Woerden sluit zich hier in 1572 bij aan. Dat blijft niet zonder gevolgen en drie jaar later slaan de Spanjaarden het beleg voor Woerden. De belegering duurt bijna een jaar maar Woerden houdt stand. De belegeraars vertrekken om elders orde op zaken te stellen. Tijdens het beleg komen zwakke punten in de versterkingen van de stad aan het licht. Voor het einde van de zestiende eeuw zijn de verdedigingswerken aangepast en uitgebreid. Maar een kleine eeuw daarna blijkt dat ze niet meer voldoen in de tijden van ‘moderne’ oorlogsvoering. Renovatie en verdere versterking is hoognodig, maar stadhouder Willem III oordeelt tijdens een inspectie dat dit eigenlijk geen zin meer heeft. Kort na zijn bezoek, in de zomer van 1672, nemen Franse troepen Woerden zonder slag of stoot in. Ze blijven hier ruim een jaar. Na hun vertrek ligt de stad voor een flink deel in puin.
Vernieuwing
Na het ‘bezoek’ van de Fransen worden de verdedigingswerken toch weer hersteld en uitgebreid. De echte modernisering volgt pas aan het begin van de achttiende eeuw. Dan is er sprake van een volwaardige vestingstad. Vanaf 1740 wordt Woerden dan ook opgenomen in de Oude Hollandse Waterlinie, die tot die tijd ten westen van de stad loopt nabij Fort Wierickerschans en de Enkele en Dubbele Wiericke. In 1747 – 1748 bouwt men nog twee extra forten bij Woerden. Aan de oostkant van de stad verschijnen de forten Kruipin en Oranje ten noorden en zuiden van de Oude Rijn. Op geografische kaarten kun je nog iets van die vroegere forten herkennen.
Einde
Tussen 1795 en 1806 maakt de streek rond Woerden deel uit van de Bataafse Republiek die mede met militaire steun van Frankrijk in stand wordt gehouden. Deze periode markeert ook het einde van de vesting Woerden. Vanuit militair oogpunt voldoet de Oude Hollandse Waterlinie niet meer. Er komt een Nieuwe Hollandse Waterlinie die ten oosten van de stad Utrecht loopt. Na het vertrek van de Fransen valt het besluit om de vestingwerken rond Woerden te slopen.
In 1825-1826 worden de wallen, bolwerken, grachten en poorten door het Rijk aan de stad Woerden overgedragen met de verplichting om ze af te graven, te dempen of te slopen. Dat doet Woerden uiteindelijk ook maar pas vanaf de jaren ’80 van de negentiende eeuw Het laatste stuk van de oude binnengracht aan de westzijde van de stad wordt pas in 1920 gedempt.
Sporen
Op enkele plaatsen kun je nog iets van de oude stadswallen zien. De weg rond het centrum aan de oostkant van de stad loopt deels over de Hoge Wal, waar zich ook twee begraafplaatsen bevinden op voormalige bastions. Aan de zuidkant vindt je molen De Windhond die ook op een overgebleven stukje van de vroegere stadswal staat. Deze stukjes stadswal laten zien hoe hoog de versterking is. Verder zijn er nog vormen te herkennen van een ravelijn (een soort vooruitgeschoven positie in de vestingwerken) en delen van de vroegere stadsgrachten. De huidige Singel markeert de buitenste gracht.