Van marktrecht naar stad in de regio
Ruzie
In de middeleeuwen beginnen de bewoners van deze streek met de ontginningen van de veenmoerassen. Er ontstaan kleine woonkernen. Soms liggen die aan een watergang, zoals Harmelen, en soms op een kleine verhoging in het landschap, zoals Kamerik en Waarder. Het nieuw verworven gebied is van groot strategisch belang. De graven van Holland willen het graag inlijven bij hun gebieden. Maar de bisschop van Utrecht vindt dat alles onder het Sticht moet vallen. Zo ontstaat steeds ruzie in het Stichts-Hollandse grensgebied: wie is er de baas? In het begin van de veertiende eeuw is Woerden en omgeving Hollands gebied. De graven van Holland versterken Woerden met een kasteel, en kennen de plaats in 1372 stadsrechten toe. Overigens komt het huidige kasteel pas in 1410 – 1415 tot stand; het voorgaande kasteel dateert nog uit de tijd dat Woerden tot het bisschoppelijke gebied behoort. Daarnaast is Woerden ook de bestuurszetel van het Land van Woerden en het bijbehorende Groot-Waterschap. Kortom, de stad ontwikkelt zich tot hoofdstad van de regio.
Markten
In de vijftiende eeuw trekt de economie van Woerden aan. De ontginners van de veengebieden brengen hun opbrengsten naar de markt om ze te verkopen. Op 5 juli 1410 bepaalt hertog Jan van Beieren, die op dat moment de baas is over de streek, dat Woerden ook marktrechten krijgt. Op 29, 30 en 31 juli van elk jaar is er een paardenmarkt en op 10 oktober een koeienmarkt. Rond de markt in juli is de stad veilig en vrij toegankelijk voor iedereen. Gespuis is dan uit de stad verbannen.
De jaarmarkt bestaat nog altijd in de vorm van de “Koeiemart”, die sinds het begin van de negentiende eeuw wordt gehouden op de eerste woensdag na 20 oktober. Tot aan het begin van de 21e eeuw is er dan ook nog daadwerkelijk een handel in rundvee. Veemarkten worden daarna landelijk verboden vanwege het gevaar van besmettelijke veeziekten. De traditie blijft echter voortbestaan. Oud-inwoners van Woerden komen graag jaarlijks terug voor de Koeiemart en laten zich typische “Woerdse-mart” gerechten, zoals erwtensoep en poffertjes, goed smaken. Sinds 2017 behoort de Koeiemart tot het nationaal cultuurhistorisch erfgoed.
Naast de jaarmarkt is er ook de wekelijkse warenmarkt die nu op de woensdagen wordt gehouden. Sinds 1885 bestaat er ook een kaasmarkt. Deze trekt kaasboeren en handelaren waarbij de kaas tegen de juiste prijs van eigenaar wisselt. Tegelijkertijd kopen de marktbezoekers ook andere waren en regelen ze hun zaakjes in de stad. Natuurlijk zijn er elders in de regio ook kaasmarkten. Maar alleen de kaasmarkt in Bodegraven wordt net zo druk bezocht als die van Woerden. In de 21e eeuw bestaat de Woerdense kaasmarkt nog steeds, zij het in een toeristische vorm.
Nieuwe kansen
Ook in de 20e eeuw is Woerden een belangrijk centrum voor de omgeving. Inwoners van Kamerik, Zegveld, Waarder, Linschoten en in mindere mate Harmelen, maken gebruik van het Rooms-Katholieke ziekenhuis (1922) en iets later ook van het Algemeen Ziekenhuis, sturen hun kinderen naar de HBS, de Ambachtsschool of de Landbouwschool. Wie zich schuldig maakt aan een vergrijp of een misdaad, komt, tot de opheffing in 1934, voor zijn proces naar het kantongerecht in Woerden.
Na de Tweede Wereldoorlog verliest Woerden stap voor stap de centrumfunctie. De wegen zijn dan goed en er is een netwerk van trein- en busverbindingen. Het reizen is niet meer voorbehouden aan de rijken. En dus verlegt de aandacht zich naar de grote steden in de omgeving. Woerden verliest ook belangrijke faciliteiten, zoals het Algemeen Ziekenhuis dat opgaat in het Hofpoortziekenhuis. Op zijn beurt gaat dat in 2016 op in het Antonius Ziekenhuis en ‘degradeert’ de locatie Woerden tot polikliniek zonder huisartsenpost. Aan de andere kant heeft Woerden wel steeds meer te bieden op het gebied van cultuur, horeca, evenementen en toeristisch interessante plekken. Daarmee verandert de klassieke centrumfunctie in een moderne “hoofdstad van het Groene Hart” voor streekbewoners en toeristen. De eeuwenoude centrumfunctie gaat dus niet verloren!