Nutsvoorzieningen in Woerden
Veilig water
Tot ver in de 19e eeuw drinken de bewoners van Woerden en omstreken water uit de Oude Rijn, de weteringen, sloten en de regenton. Dit water is verre van schoon. In dezelfde eeuw blijkt onomstotelijk dat dit vieze drinkwater de bron is van vele besmettelijke ziekten als cholera en tyfus. Deze ziektes maken duizenden dodelijke slachtoffers. Tijdens de derde cholera-epidemie in 1866 overlijden in Nederland 21.000 mensen, van wie 93 in Woerden! Gemeentebesturen worden verantwoordelijk voor schoon en veilig drinkwater. Aanvankelijk proberen ze dit te verwezenlijken door het bouwen van openbare waterpompen. Hiermee wordt grondwater, dat redelijk zuiver is, van grote diepte omhoog gepompt. Maar als de put niet op de juiste diepte geslagen is blijkt het water vaak niet beter dan slootwater. Daarom worden er, in eerste instantie vooral in steden, waterleidingbedrijven opgericht. De regionale Gezondheidscommissies, die bestaan sinds 1903, zitten de gemeentebesturen op de huid om de gezondheidswetten goed na te leven en te zorgen voor veilig drinkwater. Zo’n waterbedrijf valt soms onder de gemeente, maar kan ook een particulier initiatief zijn.
Watertoren
In 1903 neemt een tiental Woerdenaren het initiatief om een watertoren met waterleidingnet te bouwen. Zij vinden de aanleg als “een dringende eisch des tijds” noodzakelijk met het oog op de volksgezondheid. De gemeente wijst dit plan af en besluit uiteindelijk in 1904 om zelf de exploitatie ter hand te nemen. De aanbesteding voor de bouw van de watertoren met een machinegebouw en een machinistenwoning vindt plaats op 4 mei 1905. In mei 1906 is het werk gereed en kan de waterlevering beginnen door het Gemeentelijk Water Bedrijf (GWB). Aan het einde van het eerste jaar zijn er 461 percelen aangesloten op de waterleiding. De distributie vindt plaats vanuit de 28 meter hoge watertoren aan de Oostsingel, die ontworpen is door “watertorenarchitect” J. Schotel. De toren is gebouwd in neorenaissancestijl en is in gebruik tot 1979. Hij wordt, na jarenlange leegstand en een ingrijpende restauratie, uiteindelijk bewoond.
Het waterreservoir heeft een inhoud van 75 m3 en bevindt zich boven in de toren. Door het hoogteverschil met de aftappunten worden de waterleidingen onder druk gehouden met behulp van de zwaartekracht. In het begin vinden lang niet alle inwoners het nodig om zich aan te sluiten bij de dure nieuwe waterleiding. Zij blijven pomp- en Rijnwater gebruiken. Uiteindelijk wordt aansluiting verplicht gesteld. In de buitengebieden verloopt het aansluiten veel langzamer. Het is duur en sommige boeren hebben een eigen pomp. Maar in 1956 levert de watertoren toch water aan 12.000 inwoners van de stad.
Omliggende gemeenten
In de omringende gemeenten komen de gemeentelijke waterleidingbedrijven pas in 1925 tot stand. Om de kosten te drukken zoeken de gemeenten samenwerking. Zo ontstaat in 1927 het waterleidingbedrijf West Utrecht met een pompstation in de Meern. De gemeente Harmelen sluit zich hierbij aan. Met zeven andere gemeenten in Zuid-Holland nemen Kamerik, Zegveld, Barwoutswaarder en Rietveld deel aan de Drinkwaterleiding De Elf Gemeenten. Vanaf 1930 hebben alle kernen van Woerden toegang tot een waterleidingbedrijf, maar het duurt tot ver na de tweede wereldoorlog voordat alle inwoners ook echt zijn aangesloten. In 1969 sluit ook Woerden zich aan bij De Elf Gemeenten en verliest de watertoren haar functie. Hierna gaan de waterleidingbedrijven op in grote concerns. Momenteel levert Vitens zuiver drinkwater aan de ruim 52.000 inwoners van de gemeente Woerden.
Gas
In 1812 worden in Londen de straten verlicht met gasverlichting. Parijs volgt in 1815. Deze techniek is veel veiliger dan verlichting met fakkels.
De ontdekking van lichtgas, – eind 18e eeuw – staat op naam van de Maastrichtenaar J.P. Minckeleers, professor te Leuven. Het gas wordt verkregen uit steenkool door middel van droge destillatie, dat is verhitting zonder zuurstof. De resterende cokes zijn een bijproduct. (Cokes is steenkool die verwerkt is tot pure brandstof door een proces van warmtebehandeling.) Het gewonnen “stadsgas” wordt opgeslagen in de voor die tijd zo kenmerkende gashouders.
In Woerden bouwt de ondernemer De Vries Robbé in 1857 de eerste gasfabriek aan de Westdam. De fabriek brandt in 1887 af. Op het terrein komt daarna het nieuwe stadhuis te staan. In 1890 bouwt de gemeente een nieuwe gasfabriek aan de Singel waar nu het Willem-Alexanderhof ligt. Al in 1900 wordt de capaciteit flink uitgebreid. Dat kost de gemeente 40.000 gulden. Daar staat tegenover dat er dan al 400 afnemers zijn. Het gas wordt gebruikt voor de straatverlichting. Woerden telt dan zo’n 65 gaslantaarns. Rijke mensen kunnen het zich ook permitteren om gasverlichting aan te leggen in hun huis. Omdat de gemeente zich in 1958 aansluit bij Gasbedrijf Centraal Nederland (GCN) stopt in dat jaar de plaatselijke gasproductie. Het saneren van de gasfabriek is geen gemakkelijke opgave omdat de grond sterk vervuild blijkt. De operatie kost miljoenen guldens. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw doet het aardgas zijn intrede, ook in Kamerik en Zegveld. Momenteel streeft de gemeente Woerden ernaar om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Het gebruik van aardgas moet dan tot het verleden behoren.
Elektriciteit
Tot 1920 wordt er gebruik gemaakt van gas om ’s nachts de straten te verlichten. Maar in de maand juni van dat jaar is het elektriciteitsnet van Woerden beschikbaar. Rond 1925 verdwijnen de laatste gaslantaarns uit het straatbeeld. De stroom wordt ingekocht bij de Gemeentelijke Lichtfabrieken uit Gouda en komt via bovengrondse hoogspanningsleidingen naar ons toe. Op wijkniveau wordt het voltage omlaag gebracht van 10.000 Volt tot 400 Volt, de laagspanning. Dat gebeurt met een transformator. Die staan opgesteld in zogeheten transformatorhuisjes. Je kunt er nog een vinden aan de Kruittorenweg (bouwjaar 1929). Ook aan de Oudelandseweg (1965) en de Ridderstraat (1939) staan zulke huisjes. In de gevel van het huisje aan de Oudelandseweg staat GWB, wat duidt op een eerder gebruik als waterleidinghuisje. Later wordt het hergebruikt voor het leveren van stroom aan de omliggende huizen. Overigens wordt van 400 Volt op straatniveau uiteindelijk de 230 Volt gemaakt die we in huis gebruiken