Het raadsel van Mi
Goud!
In de lente van 1912 is boerenknecht Jan Bouwman bezig met het uitbaggeren van een sloot, ergens in de polder Achttienhoven. Die ligt tussen Zegveld en Nieuwkoop. Plotseling stoot hij op iets hards. Hij haalt een voorwerp uit de modder en als hij dat schoonmaakt valt hij bijkans om van verbazing. Een gouden beker! En nog wel een heel bijzondere ook, want zulke bekers, of kelken, worden gebruikt in de Rooms-Katholieke kerk. Hoe komt die beker daar nu terecht?
Sint-Maartens Kerkhof
Sommige mensen denken dat die vondst te maken heeft met een al heel oud raadsel: de plotselinge verdwijning van de “parochie van Mi”. Er is een document uit 1312 bewaard gebleven waarin staat dat in het dorp Zegveld een kerk wordt gebouwd. De schrijver meldt ook dat er al eerder een parochie in dat gebied voorkomt: de parochie van Mi. En hun kerkje zou gewijd zijn aan Sint-Maarten. Behalve dit document bestaat er ook nog een landkaart uit 1696 – de Nieuwe Kaart van den Lande van Utrecht. Op het ‘drielandenpunt’ van de polders Achttienhoven, Kamerik-Mijzijde en Zegvelderbroek, staat de aanduiding “Sint Maertens Kerckhof”. Zou daar ook het kerkje hebben gestaan van de parochie van Mi?
Op zoek naar Mi
In de jaren dertig van de vorige eeuw is een zekere C.J. van Doorn een belangrijke geschiedeniskenner. Hij denkt dat de ontginning van het Miland, genoemd naar het land van het veenriviertje de Meije, inderdaad is gestart vanuit Mi. En dat het kerkhof op de kaart hoort bij dit gehucht. Het probleem is helaas dat op de aangeduide plek nu niets is terug te vinden van een kerkhof of een kerkje, laat staan een dorpje. Heeft Van Doorn eigenlijk wel gelijk? En waarom is er niets meer te vinden van Mi?
In de twaalfde eeuw is de hele streek rond Kamerik en Zegveld van de bisschop van Utrecht. Zijn patroonheilige is … Sint-Maarten. Dat maakt de aanduiding op de kaart wel te begrijpen. En er is nóg een oud document bewaard gebleven, uit het jaar 1131. Daarin staat dat de bisschop het land, dat een zekere Giselbert met geweld in bezit heeft genomen, teruggeeft aan de parochie van Mi. Ze moeten dan wel belasting betalen aan de bisschop. Maar in de belastingboeken van de dertiende eeuw is die hele parochie van Mi ineens verdwenen. Hoe kan dat? Er zijn twee verklaringen bedacht. De eerste is dat de bewoners van Mi emigreren naar Zegveld en Kamerik omdat die gebieden, dankzij de voortgaande ontginning, dan best bewoond kunnen worden. Ze verlaten hun oude dorp en de tand des tijds doet de rest. De tweede verklaring is dat Mi, of in ieder geval het kerkje, in het jaar 1205 met de grond gelijk is gemaakt. Het is dan oorlog. Twee jaar eerder overlijdt graaf Dirk VII van Holland en breekt er een gewapende familieruzie uit over de erfenis van het land. Zijn broer Willem I van Holland wil het land inpikken, maar de dochter van Dirk, een zekere Ada van Holland, wil het ook hebben. Ada wordt geholpen door de bisschop van Utrecht. Willem wint en, zoals toen gebruikelijk, steekt hij het bezit van de vijanden, waaronder de bisschop, vermoedelijk in brand.
Nieuwe informatie?
Een groep mensen uit Zegveld probeert in 2007 met moderne technieken na te gaan of er in de bodem sporen te vinden zijn van het kerkhofje en het kerkje. Maar dit Gezelschap van Mi boekt geen tastbaar resultaat, evenmin als enkele wetenschappers, die in 2019 het resultaat van een ander onderzoek publiceren. Ze concluderen dat het land dat ooit aan de parochianen van Mi werd teruggegeven in de polder Kamerik-Mijzijde ligt. Het raadsel is dus eigenlijk niet opgelost.
Fout goud
Hoe zit het dan met de vondst van die gouden beker, die bij een kerk hoort? Tja, daar blijkt bij nadere bestudering een jaartal op te staan: 1634. Die beker kan dus echt niets met Mi te maken hebben, want in dat jaar is de parochie al lang verdwenen. Waar die beker dan wél vandaan komt … is ook al een raadsel. Alsof dat allemaal nog niet genoeg is: niemand weet waar die beker nu is. De vinder verkoopt hem namelijk kort na de vondst voor, naar zeggen, een klein fortuin. De nieuwe eigenaar is onbekend. Zo blijft Mi dus omgeven door raadsels. Het wachten is op een nieuwe ontdekking!