Woerden in de Tweede Wereldoorlog
Nationaalsocialistische Beweging
In eerste instantie lijkt de Duitse bezetting mee te vallen. Er zijn niet veel Duitsers in Woerden. Alleen op het Kasteel bevindt zich een groep Duitse bewakingssoldaten. Hier heeft de bezetter het Centraal Magazijn overgenomen. De soldaten staan onder leiding van de Ortskommandant, die ook hoofd van het Magazijn is.
Niet iedereen heeft problemen met de Duitse bezetters. De Nationaal Socialistische Beweging (NSB) steunt de Duitsers. Ook in Woerden heeft deze partij een groepje aanhangers. Echt veel kwaad richten de Woerdense NSB’ers niet aan. In 1944 wordt burgemeester Van Kempen vervangen door een NSB-burgemeester. Deze blijkt in de praktijk mee te vallen. In Kamerik en Harmelen gebeurt aan het eind van de oorlog hetzelfde. Ook hier worden burgemeesters vervangen. De oude burgemeesters duiken onder.
Verzet
Net als in andere delen van Nederland komen ook in Woerden en omgeving mensen in verzet tegen de maatregelen van de Duitsers. Ze helpen Joodse inwoners onder te duiken. Mannen en jongens, die verplicht in Duitsland moeten gaan werken, helpen ze ook. Er worden illegale kranten gedrukt om de moed erin te houden en er wordt stiekem via de Engelse radio naar toespraken van koningin Wilhelmina geluisterd. De Duitsers bestrijden het verzet hardhandig. In Woerden arresteren en doden zij verschillende personen. Onder de slachtoffers zijn de gebroeders Vergeer, die in hun drukkerij aan de Hoge Woerd illegale kranten drukken.
Joodse inwoners
Vooral de maatregelen tegen Joodse inwoners stuiten op verzet. Vanaf 1941 worden er steeds nieuwe maatregelen ingevoerd om het leven van Joodse inwoners moeilijker te maken. Ze moeten verplicht een gele ster op hun bovenkleding dragen. Ze krijgen een apart persoonsbewijs met een grote letter J erop. Een persoonsbewijs is een identiteitskaart die alle Nederlanders steeds bij zich moeten hebben. Al snel mogen ze niet meer in bioscopen, restaurants en parken komen. Later moeten Joodse kinderen naar aparte scholen. Tot slot moeten alle Joodse inwoners zich melden voor transport. Per trein vervoeren de bezetters hen naar kampen in Westerbork, Amersfoort en Vught. Vanuit deze kampen worden hele families op transport gesteld naar kampen in Duitsland, Oostenrijk of Polen waar zij om het leven worden gebracht.
Rond 1940 wonen in Woerden verschillende Joodse families. Sommige families melden zich en gaan op transport naar de vernietigingskampen. Er zijn ook Joodse inwoners die onderduiken. Een aantal van de onderduikers overleeft de oorlog. Voor anderen loopt het minder goed af. Op 24 augustus 1943 wordt in een huis van Jan van Elk aan de Rijn 37 (nu Rijnstraat 75) een grote groep Joodse onderduikers verraden. De groep wordt gedeporteerd naar Duitsland. De volgende dag pakken de Duitsers Jan van Elk op in Utrecht. Begin 1945 overlijdt hij in Dachau aan vlektyfus.
Hongerwinter
De winter van 1944-1945 is koud en zwaar. In de steden in het westen van het land lijden veel mensen honger. Ook Woerden heeft te maken met een tekort aan voedsel. Kleding, eten en andere levensmiddelen zijn alleen via distributiebonnen te koop. Toch blijft de hongersnood hier beperkt. In de gaarkeuken kunnen de inwoners goedkoop voedsel krijgen. Daarnaast besluiten enkele schippers naar het oosten en noorden van het land te gaan en daar voedsel te halen. De latere Woerdense fotograaf Jaap van der Vooren sr beschrijft, als 17-jarige, de lotgevallen van het gezin waartoe hij behoort tijdens de Hongerwinter, de bevrijding en de eerste weken daarna. In Harmelen neemt Wout van Wijngaarden deel aan een barre tocht tot diep in Overijssel om voedsel te halen. Hij houdt aantekeningen bij die later zijn verschenen in het boekje Langs wegen en velden – een voettocht in de hongerwinter. Het verslag geeft een indringend beeld van hoe de tocht slaagt door gebruik te maken van tal van contacten en te leven tussen hoop en vrees.
Han Gerritse
Woerdenaar Han Gerritse is 13 jaar als de oorlog uitbreekt. Hij houdt tijdens de oorlogsjaren bij wat er in zijn omgeving gebeurt en noteert dat ook in een serie dagboeken. Sommige passages gaan over het strijdtoneel op de wereld, andere passages gaan over alledaagse zaken. Ook schokkende gebeurtenissen, zoals het verraad van de Joodse familie Izaks, worden via de ogen en handen van Han opgetekend.
Bevrijding
Vanaf 1944 worden de Duitsers steeds zwakker en lijkt het einde van de oorlog nabij. Het duurt echter nog tot 5 mei 1945 voordat Duitsland zich overgeeft en de oorlog ten einde is. Overal in Woerden, Kamerik, Harmelen en Zegveld wordt de bevrijding groot gevierd. Daarna gaat het gewone leven weer verder en is het tijd om de balans op te maken. Woerden is niet ongeschonden uit de oorlog gekomen. Een groot aantal inwoners is gestorven of gedood in Duitsland, Polen of ergens anders. Onder hen zijn de veertien Joodse inwoners die vermeld staan op het monument aan de Prins Bernhardlaan. Er zijn ook verschillende slachtoffers als gevolg van bombardementen of represailles tegen verzet. Anderen vinden de dood tijdens tewerkstelling in Duitsland of als militair.
Herdenken
Overal in de gemeente Woerden worden herdenkingsmonumenten opgericht. Aan de Meeuwenlaan bevindt zich een monument waar de jaarlijkse herdenking plaatsvindt van Woerdense oorlogsslachtoffers. Na de twee minuten stilte en het spelen van het volkslied wordt hier de vrijheidsvlam ontstoken. Een ander monument is het al genoemde Joods monument aan de Prins Bernhardlaan in Woerden. Het staat er sinds 2002 en is gemaakt door Ingrid Mol. Ze gebruikt een familiefoto als motief. Deze foto van de familie Izaks is gemaakt vlak voor de deportatie. In het monument zien we Eliazar Izaks (Woerden, 1 oktober 1897 – Sobibor, 9 juli 1943), die met zijn hond lijkt te wachten op de andere leden van zijn gezin voor het maken van de foto. De beeldengroep bestaat verder uit een op de grond liggende fotocamera en verschillende stapels foto’s. Op een metalen gedenkplaat staat de tekst: ‘Een familiefoto opdat wij de Joodse inwoners van Woerden die tijdens de Tweede Wereldoorlog gedood werden, niet vergeten’. Hierna volgt een lijst van de veertien Joodse slachtoffers uit Woerden, die tijdens de Holocaust vermoord zijn.
Een verzetsstrijder uit Harmelen heeft na zijn dood de Militaire Willems-Orde ontvangen. Zijn naam is Cor van Bemmel. Als geheim agent speelt hij informatie van het verzet door naar Londen. Anderhalve maand voor de bevrijding ontdekken de Duitsers zijn schuilplaats. Tijdens het vuurgevecht dat volgt wordt Van Bemmel dodelijk geraakt.